Een paar treffende shots van kapotgeschoten hoofden, overvolle ziekenzalen en een amper volwassen soldaat die zijn laatste adem uitblaast. Het uitgangspunt van Gary Ross is duidelijk: de Amerikaanse Burgeroorlog is zinloos. Of zoals in Free State of Jones wordt gezegd:
A rich man’s war and a poor man’s fight.
Gary Ross heeft nogal wat te vertellen. Niet verwonderlijk als je weet dat hij zich wel tien jaar in de geschiedenis verdiepte. Uitkomst van het onderzoek is het boek Free State of Jones (2009) dat basis diende voor het filmscript dat hij – na een korte break om The Hunger Games te maken – creëerde.
Zorgbroeder Newton Knight (Matthew McConaughey) is het zat. Hij deserteert en trekt zich terug in een moeras in Mississippi waar hij samen met een handjevol markant gebrandmerkte negers (die ongeveer even laag op de sociale ladder staan als deserteurs) een opstand voorbereidt. Meer gelijkgestemden sluiten zich aan en samen jatten ze à la Robin Hood de maïskolven terug die het leger bij wijze van ‘belasting’ van de boeren had ingenomen. Wapentransporten worden gesaboteerd, er wordt een vrijstaat gesticht (Free State of Jones) en gestreden voor gelijkwaardige burgerrechten. Newton zet een toon door een gezinnetje te stichten met Rachel (Gugu Mbatha-Raw), een voormalige huisslavin. (Dat hij ondertussen al getrouwd is met Serena (Keri Russell) en een zoontje heeft, wordt niet diepgaand belicht in de film. Gezien hetgeen er verder allemaal al verteld moet worden in honderdvijfenveertig minuten waarschijnlijk maar goed ook).
Om de filmkijker bij de les te houden, mixt Ross zo nu en dan oorspronkelijk historisch beeldmateriaal door Matthew McConaughey’s vertolking van Newtons missie. Verhelderend, maar ook hartstikke zonde. Dit verhaal wil je zonder onderbreking beleven. Zeker gezien de film zelf ook al heel natuurgetrouw oogt; cinematograaf Benoit Delhomme (The Theory of Everything) filmde Free State of Jones zoveel mogelijk met natuurlijk licht in de omgeving van het Amerikaanse Louisiana.
Plots wordt er een sprong in de tijd van vijfentachtig jaar gemaakt; de achterkleinzoon van Newton wordt in 1948 veroordeeld voor het sluiten van een onwettig huwelijk. Omdat hij voor één achtste negroïde is, overtreedt hij door een blanke vrouw te trouwen de segregatiewet. Een belangrijk thema, te belangrijk in feite om ‘even’ tussen de Free State of Jones-bedrijven door te gooien.
Het is aan Matthew McConaughey’s verbeten acteerwerk te danken dat je enigszins bij de les blijft. In de rol van activist Newton Knight (1837 – 1922) wendt hij zich weer zijn heerlijke rauwe Texasaccent aan (denk terug aan: Ron Woodruff, Dallas Buyers Club) en overtuigt hij moeiteloos als idealistische leider van een verzetsgroep die niet alleen protesteert, maar ook resultaat boekt (denk nogmaals terug aan: Ron Woodruff, Dallas Buyers Club). Een opstandig zwarte baard, bruingele tanden en rouwomrande nagels maken zijn krijgerslook compleet en, het moet gezegd, de gelijkenis met de ‘echte’ Newton is frappant.
Misschien had Gary Ross een voorbeeld moeten nemen aan Peter Jackson, om Free State of Jones net als The Hobbit over drie delen uit te smeren. Misschien had hij dat ook best gewild. Hoe dan ook, deze historisch opmerkelijke episode en gedreven cast verdienen meer dan de gehaaste raamvertelling die het nu is geworden.
