Tim Burton is terug. Na fantasievolle (animatie)films als Big Fish, Edward Scissorhands en Corps Bride verrast hij met de verfilming van een waargebeurd verhaal. Big Eyes gaat over oplichter Walter Keane, aanstichter van één van de grootste kunstfraudeschandelen van de vorige eeuw. Tim Burton lijkt daarmee een nieuwe weg te zijn ingeslagen, maar gelukkig is Big Eyes magisch realistisch mooi gefilmd.
Het is 1958 en Margaret (Amy Adams) trekt de stoute schoenen aan: ze vertrekt met haar dochtertje naar San Francisco, weg van haar man. Daar ontmoet ze – oh wat een cliché – een man die net zo van schilderen houdt als zij. Het levert zoetsappige tafereeltjes op, een huis vol met hun werken, samen schilderend in het park.. en… bakken met geld!
Walter (Chistoph Waltz) blijkt een superhandige zakenman te zijn. Hij regelt exposities, windt een roddeljournalist om de vingers voor de nodige pr en loopt binnen op de verkoop van posters en merchandise bedrukt met de kunstwerken, een gewaagde nieuwe trend in de kunstwereld begin van de jaren zestig.
Alleen zegt hij er niet bij dat het niet zijn eigen werken maar die van Margaret zijn.
Het verhaal vervolgt zoals je kunt verwachten: het bedrog komt aan het licht, de poppen aan het dansen, etcetera etcetera. MAAR: je kunt gerust blijven kijken, want Tim Burton brengt het allemaal machtig mooi in beeld. Het is of je naar een tot leven gekomen popartschilderij kijkt, zo intens zijn de kleuren. En dan Margerets ‘big eyes’, de geschilderde portretten van kinderen met groteske (Manga) ogen. In eerste instantie schattig en vertederend (denk aan Pikachu) maar als de sfeer grimmiger wordt, is een shot van een zaal vol ‘big eyes’ enger dan een enge horrorfilm.
Big Eyes, een oogstrelende verfilming van een waanzinnig waargebeurd schandaal.