Alice Howland, hoofdpersonage in de dramafilm Still Alice, is pas vijftig jaar als ze ontdekt dat haar geheugen haar af en toe venijnig in de steek laat. Want als je tijdens je vaste hardlooprondje opeens niet meer weet waar je bent, is er op z’n minst iets geks aan de hand. Dat ‘geks’ blijkt in het geval van Alice de ziekte van Alzheimer en in Still Alice beeldt Julianne Moore ontroerend uit wat deze rotziekte met een slimme vrouw en haar gezin kan doen.
Het begint met kleine dingen. Ze vergeet dat ze zich al heeft voorgesteld aan het vriendinnetje van haar zoon. Komt er even niet op waar John Black ook alweer woont. Kleine vergeetachtigheden die iedereen weleens overkomen, ook een hoogleraar Taalkunde.
In het geval van Alice is er wel degelijk reden tot zorg. Een neuroloog diagnosticeert haar met early onset Alzheimer, gezien haar leeftijd erg uitzonderlijk maar jammer genoeg wel juist.
In Still Alice, gebaseerd op het gelijknamige boek van bestsellerauteur Lisa Genova, maakt actrice Julianne Moore de aftakeling die Alice ondergaat invoelbaar. Van de scènes in de keuken, waar ze stiekem steekwoorden noteert om haar geheugen te testen. De familiebijeenkomst, waarin ze vertelt dat ze dat ze ziek is, en dat haar kinderen de ziekte ook kunnen hebben. Tot een bezoekje aan de ijssalon, waar ze in een vergevorderd stadium van haar ziekte niet meer weet wat haar lievelingsijsje is, dat de salon zich tegenover haar universiteit bevindt en dat ze een tafeltje deelt met haar echtgenoot John (Alec Baldwin). Met minimale mimiek en subtiele verstrakkingen in haar houding weet Julianne Moore over te brengen dat Alice iets aan het overkomen is waar ze steeds minder vat op heeft.
Haar wanhoop, wordt ook jouw wanhoop. Tegen beter weten in wens je als kijker dat het allemaal goed afloopt. Maar hoewel de film mooie momenten bevat – haar speech tijdens het Alzheimercongres! – wordt Alice niet meer de oude.
Ja, deze film is zwaar. Maar Julianne Moore acteert zo intens mooi dat je Still Alice wel moet zien.