Stel, illusionist Hans Klok krijgt een telefoontje van zijn beste vriend. “Hans, luister, ik heb een gunst van je nodig. Ga mee naar de villa van een vriend van me. Zijn zoon is sinds kort verloofd met Char, het medium, en ik wil dat jij haar ontmaskert als fraudeur.” Een merkwaardig maar ook intrigerend verzoek. Bizar verzonnen maar niet onuitvoerbaar. En typisch een gegeven waar Woody “hoe ouder hoe gekker” Alln een redelijk amusante film van heeft gemaakt.
Het is 1928, illusionist Stanley verbaast het publiek met zijn verdwijntrucs in een uitverkocht theater. Pas als je Stanley backstage zijn crew hoort uitfoeteren, is hoorbaar dat het acteur Colin Firth is die de rol speelt. Een razende en tierende Colin Firth is een verrassende start, we zijn hem meer gewend als kwetsbare Brit, welbespraakt en dikwijls een tikje cynisch (The Kings Speech, The Railway Man, Bridget Jones Diary). In Magic in the Moonlight bijt hij feller van zich af – even doet hij zelfs denken aan John Cleese – maar zijn gevoelige kant komt nog (meer dan) ruimschoots in beeld als hij zijn tegenspeelster ontmoet.
De ontmoeting met Sophie, gespeeld door Emma Stone, vindt plaats in een villa in Zuid-Frankrijk (Woody Allen heeft altijd al een neus voor fabelachtige locaties gehad). Ze verblijft daar met haar verloofde Brice Catledge, haar moeder en diverse leden van de welgestelde Catledge familie. Howard Burkan, een vriend van de familie, introduceert Stanley als een bevriend zakenman. Intussen is het de bedoeling dat Stanley Sophie, die zich voordoet als medium, ontmaskert.
Natuurlijk wordt Stanley verliefd op Sophie maar dat is nog niet alles: hij begint ook te geloven in haar waarzeggerij. Als dat gebeurt is de film nog lang niet afgelopen, en aangezien je met Woody Allen nooit precies weet hoe een verhaal zal verlopen, blijf je lekker kijken.
Maar dat wil nog niet zeggen dat Magic in the Moonlight een goede film is. De romance tussen de hoofdrolspelers mist vuur. De dialogen duren telkens een paar regels te lang. De plotwendingen boeien maar de film had (denk aan Blue Jasmine) zo’n mooi acteursdrama kunnen zijn!
Een andere gemiste kans is de balscène. Kom op, Woody, een balscène in een schitterende tuin in de roaring twenties. Vanwaar het truttige schuifelen? Ook hier mist vuurwerk, een ingrediënt dat in de feestscène in The Great Gatsby zo schaamteloos mooi wordt uitgebuit.
Iets meer ‘episch’ had Magic in the Moonlight niet misstaan.