The Killing of a Sacred Deer: zo geef je genade ★★★★

“Stak hij z’n handen onder je kleding? Lag je op je rug?” Grace verstrakt, onderbreekt haar naaiwerk. Niet omdat de vraag een pijnlijke herinnering opwekt maar omdat ze vindt dat dr. Jordan haar dit als patiënt niet had mogen vragen.

Grace Marks zit vast wegens medeplichtigheid aan een dubbele moord. Als psychiater is het aan dr. Simon Jordan om te beoordelen of ze ontoerekeningsvatbaar kan worden verklaard. Maar de nieuwe Netflix-serie Alias Grace, naar het gelijknamige boek van Margaret Atwood (1939), is niet alleen een reconstructie van een moordzaak. De arts-patiëntrelatie die zich ontvouwt, laat zien hoeveel gezichten één mens kan hebben – een gegeven waar velen ook in het dagelijks leven aan voorbijgaan. Snel en zonder volledige kennis van zaken je mening geven, is immers makkelijker.

Net als Atwood heeft Yorgos Lanthimos (1973) in zijn nieuwe film personages geschapen die je niet in één zin kunt omschrijven. In The Killing of a Sacred Deer bijt de zestienjarige Martin cardioloog Steven in zijn arm. Hard, want als Steven zijn mouw oprolt, wordt een bloederige mondafdruk zichtbaar. Dan zet Martin zijn tanden in zijn eigen arm, spuugt een stuk vel uit en grauwt met een mondvol bloed: “Zodat je weet waar het om gaat.”

Oog om oog, tand om tand. Zwart op wit leest het als een plausibel gezegde, maar wanneer spreek je eigenlijk van gerechtigheid? En wie bepaalt de straf?

Is het altijd de dokter, de volwassene, de meest geleerde die de wijste moet zijn? Mag om het even wie zich in een (online) reactiestroom mengen om mensen die ook anderen dingen hebben gedaan dan we van ze wisten, te beoordelen? Een pasklaar antwoord op deze vragen geeft Lanthimos niet, wel stelt hij in een interview: “Having rules means that sometimes people break them and that means punishment.

The Killing of a Sacred Deer opent met een shot van een kloppend hart op de operatietafel. Gevolgd door een scène waarin Steven en anesthesist Matthew al pratend door de ziekenhuisgang lopen. Het gesprek gaat niet over de 46-jarige man van wie het hart zojuist stopte met kloppen maar over de waterdichtheid van dure horloges. Drie jaar later treft Martin Steven. De ontmoeting verloopt stroef en ook zij praten niet over het sterfgeval dat tussen hun in hangt. Wat opvalt is hoezeer Martin zich blijft verontschuldigen voor zijn te laat komen, als een zoon die zich niet op zijn gemak voelt in het gezelschap van zijn vader.

Een realistische setting tonen als opmaat naar een groteske ontknoping, is typerend voor Yorgos Lanthimos die in 2009 doorbrak met Dogtooth, over een gezin met drie (bijna) volwassen kinderen die het huis pas mogen verlaten als hun ‘hondentand’ is afgevallen en zich in 2015 internationaal als filmmaker vestigde met The Lobster, over vrijgezellen die als ze niet binnen 45 dagen een partner vinden, worden veranderd in een dier naar keuze. Het enige dat vaststaat in de werelden die Lanthimos creëert: alles anders loopt dan je denkt.  

Voor The Killing of a Sacred Deer deconstrueerde hij een mythe uit het oude Griekenland om deze nieuw leven in te blazen in een hedendaagse Amerikaanse stad. Steven Murphy (Colin Farrell) is een cardioloog in Cincinnati; zijn vrouw Anna (Nicole Kidman) is oogarts/ideale huisvrouw “morgen maak ik een citroentaart, alleen voor jou”. Ze wonen in een villa met een glanzend gepoetste wenteltrap en hebben een dochter (Raffey Cassidy) die een tien haalde voor haar opstel over Ifigeneia en een zoon (Sunny Suljic) die later dokter wil worden. Om het menselijke plaatje compleet te maken, heeft Lanthimos Steven ook een eigenaardigheid meegegeven: in bed ziet hij zijn vrouw het liefst in de pose ‘algehele narcose’. Anna vindt dat niet erg.

Grace Marks was daar nooit mee akkoord gegaan. Het preutse dienstmeisje dat door haar alcoholische vader uit huis werd gegooid om de kost te verdienen en niet meer terugkeerde, omschrijft seks als “de daad tussen man en vrouw. Ik zal het niet noemen. U weet wat ik bedoel”. Haar overtuiging dat seks voor het huwelijk een zonde is, zit diep.

In de openingsscène ontmoet dr. Jordan en Grace in de Kingston Gevangenis waar ze dan alweer vijftien jaar is overgeleverd aan mannen die haar eenzijdig beschouwen. Bewakers openen haar ijzeren celdeur. Dr. Jordan neemt plaats voor de deuropening.

“Ben je bang voor me, Grace?”

“Het is te vroeg om dat te zeggen.”

Terwijl ze antwoordt, loopt ze dichter naar hem toe. Een handeling die in tegenspraak is met wat ze zegt en de kern weergeeft van hun relatie: dr. Jordan (Edward Horcroft) moet haar vertrouwen winnen, alleen dan zal Grace (Sarah Gadon) met hem praten. Hij weet dat ze slechte ervaringen heeft met dokters. In de arts-patiëntrelatie is sprake van een machtsverhouding. De patiënt is van de arts afhankelijk omdat die hem of haar iets te bieden heeft: medische hulp, een grond voor vrijspraak… Grace geeft haar wantrouwen te kennen, maar bang lijkt ze niet. De toon waarop actrice Sarah Gadon de vragen beantwoordt is vast, neigt zelfs naar arrogantie en maakt elke reactie van Grace multi-interpretabel.

De beeldtaal die wordt toegepast, ontsluit deze dubbele bodem(s). Grace combineert de psychiatrische sessies met het naaien van een quilt. Met haar witte hoofdkapje en de neergeslagen ogen, gefocust op het maken van fijne kruissteekjes, oogt ze als een slachtoffer van een brute, door mannen gedomineerde wereld. Maar dat is niet de hele waarheid. Als kijker zie je dat Grace bij één van de eerste vragen, naar haar associaties met een appel, niet denkt aan de appeltaart die ze noemt maar aan een spel uit het verleden. In deze visueel krachtige manier van ‘wat ze zegt is niet wat ze denkt’ overbrengen, is de signatuur van filmmaker Mary Harron kenbaar, zij regisseerde naast Alias Grace onder meer de gelijknamige boekverfilming van Brett Easton Ellis’ American Psycho.

Dr. Jordan, een charmante rol voor Edward Holcroft, is zich ervan bewust dat hij de zoveelste man is die zich met Grace bemoeit en gaat omzichtig met haar om. Maar hééft hij macht over haar, de levenslang veroordeelde patiënt die ook als ze haar sessies met hem verprutst niks te verliezen heeft? Of heeft zij hém in haar greep? Het succes van zijn onderzoek, zijn carrière, staat of valt met de antwoorden die ze geeft – en Grace voelt dat.

Ook Martin speelt zijn slachtofferrol-kaart. Als hij voor het eerst thuiskomt bij de Murphy’s is beleefd op een manier die schuurt. De opmerking “jullie wonen in een mooi, rustig huis in een mooie, rustige buurt” is een voorbeeld van zo’n als compliment verpakt verwijt waarmee acteur Barry Keoghan je de kriebels geeft. Na het etentje wordt zijn behoefte aan contact dwingender en zijn maatregelen als Steven niet meteen komt opdraven, straffer. Desalniettemin is Martin, zestien jaar, nog maar een kind en als een kind iets wreeds zegt, neem je dat als volwassene niet automatisch serieus. En áls het kind de waarheid spreekt en een grens overschrijdt, dan grijp je als volwassene niet naar een geweer maar naar een gesprek, een taakstraf of een ‘afkoelperiode op de gang’. Steven, net zozeer een geesteskind van Lanthimos, blijkt echter beter gewaagd aan de ‘oog om oog’-mentaliteit die Martin afdwingt dan je op basis van de horlogedialoog in het begin verwachtte. Wie dader is en wie slachtoffer, houdt Lanthimos dan ook tot het laatste schot, pardon, shot, discutabel.

Zoals Yorgos Lanthimos de volwassene-kind-relatie op scherp zet, vragen Margaret Atwood/Mary Harron je om de arts-patiëntrelatie alsmede de meester-dienstmeisje-relatie genuanceerder te bekijken. Net als in The Handmaid’s Tale, een boek van Atwood dat eveneens onlangs tot televisieserie is bewerkt, gedragen de personages zich ook in Alias Grace en The Killing of a Sacred Deer niet automatisch naar hun vooronderstelde rol. Waarmee je als kijker voortdurend wordt uitgedaagd om mee te voelen met karakters die niet in één hokje passen. Of zoals Grace Marks in de eerste aflevering zegt:

“Ik zou een onmenselijke vrouwelijke demon zijn. Of het slachtoffer van een schurk.
(…)
Dat ik vriendelijk en volgzaam ben en dat er goed over mij word gesproken.
Dat ik sluw en misleidend ben.
Dat ik nauwelijks intelligenter ben dan een idioot.
Ik vraag me af hoe ik al die dingen tegelijk kan zijn.”

In onze drift om mensen een label toe te kennen, zijn we ons er vaak niet van bewust dat niet ieder mens iedereen in hetzelfde hokje zet. Voor de gevangenisdirecteur is Grace een moordenares, voor de bewakers een lustobject en voor de psychiater een interactieve puzzel. Misschien hebben ze allemaal (deels) gelijk. Of misschien is Grace zich naar de oordelen van anderen gaan gedragen. Martin is een zoon zonder vader, een kind dat beschermd moet worden maar net zo goed een gevaar. Waar Grace zich na vijftien jaar gevangenschap afvraagt wie ze is, laveert Martin schijnbaar moeiteloos tussen deze verschillende rollen. Allebei hebben ze een gelaagde persoonlijkheid die je niet loslaat. En het je lastig maakt om ze in, bijvoorbeeld, 140 tekens te beschimpen.

De makers van Alias Grace en The Killing of a Sacred Deer stellen, verpakt in een misdadig kostuumdrama danwel mythologisch horrordrama, ons gevoel voor rechtvaardigheid en ons instinct om af te gaan op voor de hand liggende rolpatronen op de proef. Wanneer verdient iemand straf? En hoeveel straf geef je voor er sprake is van gerechtigheid? Oog om oog, tand om tand, vindt Martin. Maar hoe zit het met jouzelf? Heb jij het in je om genade te schenken aan de Martins en Grace’s van deze wereld?

The Killing of a Sacred Deer draait vanaf 30 november in de bioscoop. Alias Grace is te zien op Netflix

The-Killing-of-a-Sacred-Deer_st_6_jpg_sd-low

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s