Een inside job die je verstand te boven gaat en door Spike Lee (Inside Man, Malcolm X en meerdere Michael Jackson video’s) fenomenaal is verfilmd: BlacKkKlansman, een film die je moet (en wilt!) zien.
Ron Stallworth is een jonge, bevlogen politieagent van Afro-Amerikaanse afkomst. Minderheden worden eind jaren zeventig aangemoedigd om zich bij de politie aan te sluiten en zo belandt Stallworth in de archiefkamer van het Colorado Springs Police Department waar witte agenten hem om dossiers van ‘toads‘ (neerbuigende term voor Afro-Amerikanen) vragen.
Stallworth verzoekt om een andere, betere positie en zijn timing kon niet beter: Kwame ‘Black Power’ Ture (Corey Hawkins) geeft een lezing in Colorado en de politie heeft daar een spion nodig. Met deze infiltratieklus begint het dubbel-, of eerder drie- of vierdubbelle spionagespel.
Voor Patrice Dumas (Laura Harrier), de jonge organisator van de lezing, is hij een bouwvakker, met interesse in black politics. Voor zijn collega’s een ambitieuze agent, voor David Duke (Topher Grace), toenmalig voorman van de Ku Klux Klan, een veelbelovende aanwinst voor de clan. Want ja: Stallworth slaagt er als eerste Afro-Amerikaan in om bij de KKK te infiltreren. Een inside job die je verstand te boven gaat maar John David Washington, die de rol van Stallworth speelt, leidt je er soepel doorheen.
Washington, eerder te zien als student in Spike Lee’s Malcolm X (1992), brengt de rebelsheid van Stallworth glansrijk over. Overtuigd van zijn kracht als hij om promotie vraagt, grinnikend als hij de telefoon oppakt om de KKK-frontman te flessen “Since you ask, I hate blacks”, een tikje onbeholpen als Patrice hem voor het blok zet. Een acteur waar je met plezier naar kijkt, zeker gezien hij bijgestaan wordt door infiltratie-partner in crime Flip Zimmerman (door Adam Driver, ook zo’n acteur die onverstoorbaar in de meest bizarre rollen kruipt).
Doordat Spike Lee Stallworth’s verhaal, opgetekend in het boek Black Klansman, verfilmt in een tijd waarin Amerika een op z’n zachts gezegd rechtse president heeft, voel je de relevantie van BlacKkKlansman vanaf het moment dat de jonge Ron Stallworth zijn afrokapsel in model brengt als hij het politiebureau inloopt. Blank en zwart, protestants of Joods, het zijn op veel plaatsen nog steeds beladen predicaten maar het knappe aan de film van Spike Lee is dat moddervette humor de boventoon voert.
Het is de Afro-Amerikaanse Stallworth die de Joodse Zimmerman een rijker vocabulaire bijbrengt. Vanwege zijn talent om accenten te imiteren is hij aangewezen persoon om de telefoongesprekken met David Duke te voeren (en Zimmerman degene die met zijn lichte huidskleur de fysieke bijeenkomsten bezoekt – en de KKK’ers imponeert met zijn schietkunsten). Die “combined Ron Stallworth” maakt de infiltratieklus niet makkelijker maar des te uitdagender voor jou als kijker. Met als bonus dat Stallworth’s gekke streken je geregeld doen denken aan Tarantino’s kluchtige actiefilm Inglourious Basterds (2009).
BlacKkKlansman eindigt met lachen, gieren, brullen. Maar ook met een brandend kruis en een flashforward naar een grote, blonde man die boze woorden spreekt. De film doet geen pijn maar legt ongemerkt stevig een vinger op de zere plek.
Petje af voor Spike Lee.
BlacKkKlansman ★★★★ is vanaf 30 augustus te zien in de bioscoop