Filmmaker Mike Flanagan verraste vorig jaar met zijn adaptatie van de spookroman The Haunting of the Hill House. In zijn versie leer je de familie Crain tot in hun kleinste eigenaardigheden kennen. Er is sprake van horror, maar het familiedrama voert de boventoon en maakt dat de serie dertien afleveringen blijft boeien.
Juist Flanagan benaderen voor de filmversie van het vervolg op Stephen Kings roman The Shining, is een logische keus. In zijn ijver om recht te doen aan het boek en Stanley Kubricks film, laat hij in Doctor Sleep heel veel zien. Zoveel, dat je je afvraagt of in plaats van een speelfilm een nieuwe (Netflix)serie niet meer recht aan alle, op het eerste gezicht gestoorde, personages had gedaan.
Er is veertig jaar verstreken sinds het groteske incident in hotel Overlook. Voor we zien hoe Danny Torrence (Ewan McGregor) eraan toe is (spoiler: niet best), zien we de jonge Danny in zijn trapauto door een gang crossen. Niet die met het karakteristieke, honingraatvormige tapijt maar de gang van de woning in Florida waar Danny en zijn moeder naartoe zijn gevlucht. Nooit meer sneeuw zien, was het idee.
In 2011 wordt Danny’s shine door alcohol gesust. Zal de geschiedenis zich herhalen? In The Shining joeg zijn vader (Jack Nicholson) er immers ook flink wat flessen Jack Daniels doorheen… In Doctor Sleep maken we intussen in hoog tempo kennis met weirdo’s die onder leiding van Rose (Rebecca Ferguson) als nomaden door de VS trekken op zoek naar shine, in het bijzonder die van de jonge Abra (Kyliegh Curran).
Abra en Danny vinden elkaar. Hun eerste contact loopt via het schoolbord in de zolderkamer die Danny huurt. Klinkt romantisch, maar gezien het leeftijdsverschil (bijna dertig jaar) en de urgentie (de weirdo’s kunnen elk moment aanvallen) wordt er kordaat geschakeld. Er staat ze nog veel te wachten.
Doctor Sleep duurt ongeveer 2,5 uur. Met alle personages en locatiewisselingen kom je die tijd goed door, maar om echt mee te voelen met Abra en Danny (en voor de slechteriken onder ons, Rose) volgen de vermommingen elkaar te snel op. Flanagan maakt het goed door het trio op het einde samen te brengen in Overlook, dat veertig jaar later gewoon in de besneeuwde bergen van Colorado staat.
De hoofdpersonages zitten goed in hun rol, de verhaallijn is duidelijk en de manier waarop Flanagan naar het slot toewerkt, is gaaf. Wel maakt Flanagan makkelijk gebruik van bekende trucs en sounds om de spanning op te voeren. Al kun je dit ook zien als hommage aan Kubrick. En hoewel Rebecca Ferguson een behoorlijk enge Rose neerzet, voel je niet de rillingen die Jack Nicholson je gaf.
Wat als Flanagan nog meer van zichzelf en de tijdgeest in Doctor Sleep had gestopt? Als Abra niet alleen een zonderling, op school gepest meisje was geweest maar een hoofdpersoon waar je van te weten komt hoe haar shine zich heeft gevormd? Wat haar als millenial bezighoudt voor ze Danny en Rose (die als bohemian yogi trouwens erg treffend is neergezet) leert kennen? En wat zegt het dat mensen met een uitzonderlijke gave buiten de maatschappij om hun leven leiden?
Mike Flanagan schippert 151 minuten lang tussen recht doen aan het Doctor Sleep boek en de film The Shining en een eigen verhaal willen vertellen. Met name het laatste smaakt naar meer(dere afleveringen).
Doctor Sleep ★★★ is vanaf 7 november te zien in de bioscoop