Een bevroren dennentakje. Dat was waarom er een einde kwam aan haar carrière als Olympisch skister. En de aanleiding om te verhuizen naar Los Angeles waar Molly Bloom al haar skills inzet op de beste worden in de pokerwereld.
Aaron Sorkin zette de biografieën van hotshots uit de Amerikaanse zakenwereld al eerder succesvol om in filmscripts (Steve Jobs, The Social Network). Maar in Molly’s Game, naar het boek van de ‘pokerprinses’, gaat er iets jammerlijk mis.
Het is niet zo dat Jessica Chastain het slecht doet. In Kathryn Bigolows Zero Dark Thirty (2012) liet Chastain al zien zich niet gek te laten maken in een mannenwereld. Als CIA-analist Maya nam ze daar de leiding in het opsporen van Al Qaeda-leider Osama Bin Laden. Maar waar ze in de zoektocht naar Bin Laden duidelijk een centrale rol speelt, lijkt ze hier meer een op de verkeerde plek geplaatste pion.
Als Molly uit haar bed wordt gelicht door de FBI, neemt ze advocaat Charlie Jaffey in de arm. Althans, Jaffey (Idris Elba) verleent haar een dikke vette gunst door zich voor haar in te zetten want Molly zit totaal aan de grond. Op een dure witte blouse met een iets te diep decolleté en een paar hooggehakten pumps na, is elke tastbare herinnering aan haar decadente leven verdwenen. In meetings voeren slechte dialogen de boventoon. Een bizarre gewaarwording want we weten dat Chastain beter kan, Elba wist in Luther een spanning te creëren tussen hem en de verdachte Alice Morgan die ook na de laatste aflevering nazinderde en Sorkin liet alleen al met Steve Jobs zien een sterk scenario te kunnen schrijven. Wat wringt er?
Waar Steve Jobs geregisseerd werd door Trainspotting-held Danny Boyle, neemt Sorkin de regie in Molly Bloom in eigen handen. Een begrijpelijke wens als schrijver, maar wie behoed je voor mindere stukken in je eigen script als je het zelf regisseert? ‘Stop de camera’, is wat je wilt schreeuwen als Molly en Charlie hun zoveelste discussie starten over niets. Sorkins handelsmerk; personages vijf kwartier in een uur laten kletsen, keert zich hier flink tegen hem. Daarnaast rammelt de verhaallijn: als Bloom verwijst naar een tekst uit het boek (Arthur Millers The Crucible), komt dat voor de kijker uit de lucht vallen. De hereniging met haar vader is onvoorzien. Hoe verliep de eerste keer dat ze werd opgepakt, hoe was de band met haar ouders toen ze wegging, hoe liep die band stuk, wie waren haar broertjes die later ineens in beeld zijn??????? Ook de stijl die bij Steve Jobs goed werkte, een cruciaal moment omlijsten met flashbacks, pakt hier rommelig uit. Halverwege grijpt Sorkin terug op het ski-ongeluk. De film ging om haar terechtstelling als pokerprinses, toch?
Wat in ieder geval naar voren komt, is hoezeer Molly Bloom gedomineerd wordt door de mannen om haar heen. Eerst door haar vader. Dan door Dean, de man die haar in het pokerwereldje introduceert. Door ‘speler X’. Door de maffioso die een pistool in haar mond steekt en tenslotte door Charlie Jaffey die haar blouse bekritiseert en haar laat weten dat ze verder niemand heeft. Met Molly heeft Sorkin voor het eerst een vrouw in de hoofdrol. Maar een rolmodel is het niet, tenzij spreadsheets met pokeruitslagen bijhouden in een glitterjurk iets is om tegenop te kijken.
Uiteindelijk brengt Aaron Sorking met Molly’s Game vooral gebakken lucht. Illustratief voor de pokerwereld die centraal staat maar filmisch gezien teleurstellend. Wat Jessica Chastain betreft: die heeft voor haar volgende hoofdrol toch weer gekozen voor een door een vrouw geregisseerde film.
Molly’s Game ★★ draait vanaf 21 december in de bioscoop