Niemand in de Stad: flop of verfrissende NFF-opening?

Het feutenseizoen is begonnen, tijd voor een film over het Amsterdams Studenten Corps.

Michiel van Erp, van oorsprong documentairemaker maar vooral bekend van de tv-serie Ramses (2014), maakt met Niemand in de Stad zijn speelfilmdebuut. De hoofdrollen worden gespeeld door jonge acteurs, voor sommigen is dit hun eerste speelfilmervaring.

De openingsfilm van het Nederlands Film Festival bleek meer dan eens een flop (J.Kessels, De Held). Dit jaar openen met de productie van een debuterend speelfilmregisseur en een handvol jong acteertalent, is vanuit die traditie bezien een gewaagde keuze.

Sluit Niemand in de Stad, naar het gelijknamige boek van Philip Huff, aan in de rij met flops of waait er, met deze verfilming naar het gelijknamige boek van Philip Huff, een frisse wind door de NFF-openingsprogrammering?

Michiel van Erp wist al eerder te verrassen: in 2014 maakte de documentairemaker de overstap naar fictie met Ramses. De vierdelige televisieserie over Ramses Shaffy overdonderde ieders verwachting en is internationaal bekroond.

Philip Huff debuteerde in 2009 met Dagen van Gras. Niemand in de Stad (2012) is zijn tweede roman, kreeg goede kritieken en won de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs. Een van de eerste dingen die fascineert aan het boek is de naam van de hoofdpersoon: Philip. Weliswaar heet deze Philip Hofman en geen Huff, maar de gelijkenis intrigeert.

Philip Hofman zit in de laatste fase van zijn studie, of beter gezegd: het studentenleven. Hij woont nog in het Weeshuis (zijn ASC-dispuutshuis) maar niet meer in het hok waar hij zich als achttienjarige moest bewijzen. Hij is nog met zijn jeugdvriendinnetje Elisabeth – maar de vraag is hoe lang.

Philip (Minne Koole) is zoekende, en daarin is hij niet alleen. Begeleid door een sterke soundtrack van Perquisite zie je hoe zijn beste vriend Matt (Jonas Smulders) al jaren zooit met andere meiden dan zijn vriendin en Jacob (Chris Peters), die als laatstejaars als wijste van de groep wordt beschouwd, is er misschien nog wel het minst aan toe om het studentenleven vaarwel te zeggen.

Zijn de mannen zielig? Dat is lastig te zeggen. Waar hun gegein en geklaag eerst vooral oppervlakkig overkomt – in de categorie: wedden of iemand 26 borrelnootjes in zijn voorhuid kwijt kan – zwenkt de camera gaandeweg tegen diepere emoties aan die, veel nadrukkelijker dan in het boek naar voren kwam, allemaal te herleiden zijn naar de band tussen de studenten en hun vaders.

Die rode draad is slim maar werkt ook betuttelend, veel explicieter dan in bijvoorbeeld Ramses word je erop gewezen dat je deze jongens tussen al hun drankspelletjes door serieus moeten nemen. Wat niet altijd even makkelijk is, want hoewel ze hun rollen sympathiek spelen, werkt het gebrek aan ervaring niet in ieders voordeel.

Chris Peters, voor wie de rol van Jacob een mooie aanvulling is op zijn oeuvre (Tonio, Penoza, toneelstuk Romeo & Julia), heeft zich de gevoelige trekjes van zijn personage mooi eigen gemaakt maar is nog te jong om de statigheid, de haast vaderlijke manier waarop Jacob zich in het boek over Philip ontfermt, uit te stralen. Zijn wijze woorden komen er ingestudeerd uit.

Jacob: ‘Weet jij waarom er geen ramen zijn op de sociëteit?
Philip: ‘Zodat mensen niet naar binnen kunnen kijken’.
Jacob: ‘Fout. Zodat wij niet naar buiten hoeven te kijken.’

Bij Minne Koole, die met deze film zijn speelfilmdebuut maakt, past de onzekere uitstraling bij zijn karakter. Philip Hofman, de student Geschiedenis die onder de vleugels van zijn vriendin Elisabeth en het corps volwassen probeert te worden, moet voor het eerst verantwoordelijkheid nemen. Hij komt een eind maar zolang er goudvissen in Amsterdamse portieken worden gedropt, blijft het work in progress.

Jonas Smulders, die met rollen in Hollands Hoop, Broers en Brasserie Valentijn de meeste ervaring heeft van het jonge stel, heeft als branieschopper Matt de Jager een relatief makkelijke rol. Dat neemt niet weg dat hij ‘m sterk invult. Tegenover de meer bedachtzame moves van Philip en Jacob is zijn spontaniteit verfrissend; van de Mondriaan-stijl waarin hij door de stad marcheert tot de confrontatie die hij met zijn vader (gespeeld door Huub van der Lubbe) aangaat.

Meer dan eens zwenkt de camera weg als het drama escaleert. Je ziet een verdrietige, door de dank/coke agressieve, Matt. Je ziet Philip te hulp schieten. En je ziet hoe Philip’s hand wordt verbonden. De film staat stil bij scènes uit het boek, zonder je wezenlijk mee te nemen.

Voor een flop heeft deze NFF-openingsproductie teveel potentie – maar verwachtingen overtreffen, naar aanleiding van tv-serie Ramses of Philip Huffs boek, is voor Niemand in de Stad een brug te ver.

Niemand in de Stad ★★★ is de openingsfilm van de 38ste editie van het Nederlands Film Festival (NFF) en draait vanaf 4 oktober in de bioscoop

Niemand-in-de-Stad_st_2_jpg_sd-low_©-Bram-van-Woudenberg

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s